Toegangspoort

Toegangspoort

Vandaag met zijn tweetjes op pad. Vergeleken met andere reizen hebben we weinig dagen gehad dat we er echt met zijn tweetjes op uit konden trekken. Dus dat was genieten vandaag. Hadden we allebei wel even nodig. We hadden een taxi besteld en Eddy zou ons vanochtend rondrijden naar de plaatsen die we graag wilden zien. Hij reed door de achteraf weggetjes die we zelf nooit zouden hebben gevonden en liet ons prachtige terras rijstvelden zien. Super gaaf.

Onze eerst stop was na een klein uur bij de Pura Tirta Empul. Deze heilige brontempel, vlak bij de bron van de Pakrisan, is een prettige plek om te bezoeken. Het belangrijkste element is een serie binnenplaatsen met rechthoekige baden. Uit de spuiten komen specifieke soorten heilig water, waar de gelovigen om vragen door middel van uitgebreide rituele offers. De tempel stamt vermoedelijk uit de 10de eeuw. De huidige muren zijn recent. De paviljoens worden steeds gerestaureerd, een bewijs van belang van de tempels. Van het hele eiland komen mensen voor het heilige water, met namen op dagen dat de maan vol aan de hemel staat.

Rotstempel

Rotstempel

Ten oosten van het kleine dorp Tampaksiring, aan de Pakrisanrivier, ligt een dal waarin negen enorme monumenten zijn gebeeldhouwd. Ze zijn gevormd als candi, boeddhistisch-hindoeïstische altaren, en gebeeldhouwd in nissen in een rotswand in de heuvel. Wat een afdaling. Ik heb de traptreden niet geteld, maar het waren er veeellllll. Het lopen door de rijstvelden en de prachtige vergezichten maakten veel goed. In het midden van het complex zijn een tempel en heilige bron te vinden. Een trap leidt naar het monumentencomplex dat aan weerszijden van de rivier ligt. Ze worden vaak ‘graven’ genoemd, maar zijn in feite gedenkschrijnen, die worden geassocieerd met de legendarische 11deeeuwse koning Anak Wungsu en zijn vrouwen. Ten zuiden van het hoofdcomplex liggen het “tweede klooster” op de oostoever en het “derde klooster” vermoedelijk gewijd aan de koninginnen van Anak Wungsu of zijn afstammelingen. Het “tiende graf” in het westen bereikt men door langs de rand van de rijstvelden te lopen. Dit hebben we over het hoofd gezien en dus gemist. Alle traptreden moesten ook weer omhoog en dat heeft wat litertjes zweetdruppels gekost. Dat hebben we dus maar snel met water aangevuld.

De Goa Gajah, olifantengrot, werd pas in 1923 door westerlingen ontdekt. Men denkt dat hij stamt uit de 11de eeuw. Een trap voert omlaag naar de tempel en andere monumenten. Ik kon inmiddels al geen trap meer zien. Want als je naar beneden gaat moet je ook weer omhoog. Gelukkig waren het deze keer niet zo veel ongelijke traptreden. De grot zelf, met een grote ingang in de weelderig gebeeldhouwde omringende rotsen, is een kleine bedompte T-vormige kamer met nissen met shivaitische en boeddhistische beelden.

Terras rijstvelden

Terras rijstvelden

De omgeving staat bekend om het Balinese houtsnijwerk, dus een shop bezocht. Dit is niet echt onze smaak dus waren we snel uitgekeken. Na een zeer geslaagde ochtend ons af laten zetten bij het hotel en een douche genomen want we hadden geen droge draad meer aan ons lijf!

Naast ons hotel zit Mamma Mia een pizzeria gerund door een echte Italiaan. Nou dan weet je het wel. De bruchette en pizza waren verrukkelijk en de eigen gemaakte limo cello was zo zacht, dat was lekkerder dan thuis uit de vriezer. Nadat we ons vochtgehalte weer op peil hadden gebracht, de lange winkelstraat door gelopen op zoek naar leuke winkeltjes. Winkeltjes genoeg, maar niet echt wat we zochten. Na terugkomst in het hotel heeft Erwin een heerlijke duik in het zwembad genomen en ben ik een blaadje gaan lezen op bed.

Nu zitten we weer bij onze buurman te eten en de spaghetti carbonara en bolognese smaken ons goed. Morgen uitslapen, voor zover dat gaat, en gaan we om 9 uur op de fiets de omgeving verkennen.

Offergaven

Offergaven